dinsdag 29 november 2011

Veldrijden als topsport, hoe lang nog?

Het veldrit seizoen is ondertussen alweer in volle gang. Elke week is er wel een wedstrijd voor de GVA trofee, de wereldbeker, superprestige. De media spelen gretig in op de populariteit van de sport met live beelden met camera's vanuit alle hoeken, voor -en nabeschouwingen en analyses van iedereen die ooit wel eens met een crossfiets gereden heeft. Maar is al die media aandacht mogelijk niet een beetje overdreven en zijn het misschien net diezelfde media die de sport op lange termijn kapot zullen maken?

Ik ben zelf ook een trouwe fan ben en als we niet de deur uit zijn dan gaat gegarandeerd de TV op. Zalig om een zondagmiddag in je zetel te hangen met een Duvel in de hand en cross op TV. Maar toch blijf ik me telkens afvragen hoe de sport op (middel)lange termijn zal overleven. Oké, jeugdreeksen en nieuwelingen barsten van het talent maar het is allemaal toch zo beperkt naar uitstraling, bekendheid en imago. 50 meter over de taal -of langsgrenzen weet geen mens nog wat veldrijden is en zakt het aantal toeschouwers in elkaar als een pudding.

Ik ga ook volledig mee in het verhaal dat veldrijden echte topsport is en de renners een volledig uur tot het uiterste gaan. Maar om eerlijk te zijn, om hoeveel topsporters gaat het dan precies? Sven Nys, Niels Albert, Zdenek Styber en Kevin Pauwels maar dan hebben we het wel zo'n beetje gehad. Neem links of rechts nog een verrassing elke week en je komt tot de conclusie dat je een hele winter eigenlijk maar naar een handvol renners zit te kijken. Voor internationaal talent is het al helemaal huilen met de pet op. Ok, Stybar komt uit Tsjechie maar voor de rest zien we nu en dan eens een Griek met zijn gezicht in het zand ploffen maar veel meer stelt het allemaal niet voor. Onze noorderburen laten ons op dat punt ook in de steek. De Hollanders en veldrijden, dat is me toch ook een triestige bedoening geworden! Het veldrijden smeekt om een 5-tal imposante Hollandse renners type Lars Boom maar ze zijn er nu éénmaal niet.

En dan is het ook nog maar de vraag hoe lang het duurt voor die echte talenten hun crossfiets aan de haak hangen en kiezen voor het geld en de prestige van fietsen op de weg of er, omwille van de leeftijd, noodgedwongen mee moeten stoppen. Dat Sven Nys, dit week-end nog, op zijn 35ste zowat iedereen op een hoopje fietst is geen geruststelling voor de sport. Misschien moet het dan allemaal van Kevin Pauwels komen, talent met hopen maar uitstraling en charisma om de sport naar een hoger internationaal niveau te tillen? No way! Dat Stybar volledig de kaart van de wielrennen op de weg kiest dan lijkt me nog maar een kwestie van enkele maanden. Ik zie hem zelfs dit seizoen nog niet uitdoen. Wat Niels Albert op korte termijn gaat doen daar durf ik voorlopig niet op te gokken maar ook hij zal op termijn resoluut voor de weg kiezen. En dan komt stilaan de leegte in zicht ... ik zie het al gebeuren, op zondagmiddag in mijn zetel met een Duveltje en geen cross op TV, wat zou ik dan gaan doen ....

vrijdag 18 november 2011

Verslag VTT Kampenhout 6 november 2011

Op 6 november stond me een eerste grote uitdaging te wachten met mijn crossfiets. Ik had hiervoor al enkele veldtoertochten in het Antwerpse meegereden maar een tocht van 60 km. over heuvelachtig terrein met 85 % onverharde wegen en 11 pittige beklimmingen dat was natuurlijk even anders!

De meeste maximum afstanden van organisaties zijn meestal zo rond de 40-45 km. Als het terrein min of meer vlak is zoals in mijn omgeving en de weersomstandigheden zijn goed (wat het dit najaar zeker was) dan kan je met je crosser er toch wel een serieuze lap op geven vind ik. Ik ben verre van een atleet, maar ik fiets wel dagelijks ongeveer 30 km. op en neer naar het werk dus ik durf te stellen dat ik wel over een basis conditie beschik. Deze tochten zijn naar mijn gevoel dan ook wat te kort. Ik fiets op de vlakke omlopen tegen een gemiddelde van 25-26 km/u dus ben ik over een afstand van 40 of 45 km. al na anderhalf uur weer terug. Daarom sprak mij de tocht in Kampenhout ook zo aan, hier zou het wel even anders zijn dacht ik en mijn stelling bleek te kloppen.
Ik vertrok rond 10.15u (beetje laat maar uitslapen mag ook een keer) en de aanloop was redelijk vlak. Wat mijn onmiddellijk opviel was de staat van alle die onverharde wegen. Onverhard ok, maar dit was echt wel van een andere categorie dan hier in de Kempen. Overal scherpe stenen, diepe putten en van alles en nog wat dat uit de grond stak. Ik vreesde wel een aantal lekke banden maar bleef gelukkig gespaard. Na een 15-tal km. kwamen in Kortenberg de eerste beklimmingen. Ik peddelde op mijn 36-25 nog wel naar boven maar had al door dat het moeilijk zou worden om de echt steile beklimmingen met deze crossfiets te kunnen bedwingen. Maar het was wel dolle pret! Ik voelde me goed en hield ondanks de klimmetjes er een pittig tempo in.
Na de eerste bevoorrading ging het er opnieuw stevig aan toe. Door mijn late vertrekuur waren er niet zo heel veel deelnemers meer onderweg maar na de splitsing van 60km. dunde de groep volledig uit. Een helling van 19 % werd me teveel en ik moest even voet aan de grond zetten. Enkele MTB-ers slaagden er wel in maar het kostte een enorme inspanning, misschien is het beter om zoals de echte crossers even te lopen? Tussen de eerste en tweede bevoorrading was het geen meter vlak, ik weet niet hoeveel hellingen (er werden er 11 opgegeven maar het leken er veel meer) en op de steilste helling van 21 % !!! (ik viel bijna achterover) gooide ik opnieuw mijn fiets over de schouders zoals de echte. Na de tweede bevoorrading werd het opnieuw vlak en was het terrein vergelijkbaar met Brasschaat, Kapellen, ... De benen voelden nog steeds goed en ik stak een tandje bij. Met 58 km. uiteindelijk op de teller kwam ik met een gemiddelde van 22.9 km/u aan de aankomst. Het was echt een zalige tocht en met 1700 deelnemers zal ook de organisatie zeer zeker tevreden zij. Noteer mij alvast maar voor volgend jaar ....

dinsdag 1 november 2011

Verschillen tussen een race -en crossfiets

Op het eerste zicht lijkt er haast geen verschil tussen een racefiets en een crossfiets. Toch zijn er een aantal essentiële verschillen. Zo is er een duidelijk onderscheid in het frame. Er zit namelijk een pak meer ruimte tussen de schuine buis en het voorwiel waardoor de crossfiets een stuk wendbaarder wordt ten opzichte van een racefiets. Dat is uiteraard ook nodig op onverharde wegen en bospaden. Door de langere wielbasis blijft er ook minder snel vuil en modder hangen tussen je wielen en het frame.

Links een crossframe en rechts het frame van een racefiets.
Nog een verschil is de plaats waar de kabels gemonteerd worden. Bij een racefiets is dat onderaan de rechte buis, bij een crossfiets worden ze bovenop de rechte buis gemonteerd. Zo kan de crossfiets makkelijker gedragen worden in wedstrijden.

Bij een crossfiets worden de kabels bovenop de rechte buis gemonteerd
Standaard worden in een crossframe geen gaten geboord om een drinkenbushouder te monteren. Ook dit is gericht op het competetieve aspect van crossfietsen. Crosswedstrijden duren maximum 1 uur en renners drinken niet tijdens deze relatief korte, maar zeer intensieve, inspanning. Ook kan een drinkenbushouder hinderlijk zijn bij het dragen van de fiets. Voor een recreatieve fietser zoals ik is dit uiteraard minder van toepassing. In de schuine buis heb ik gewoon in de fietsgewinkel gevraagd om twee gaten te voorzien.


Er worden standaard geen gaten in een crossframe voorzien voor een drinkenbushouder
De keuze van banden is bepalend voor een crossfiets. Racebanden hebben een glad profiel en zijn optimaal afgestemd om zo weinig mogelijk weerstand te creëeren. Crossbanden hebben sowieso allemaal een profiel. Afhankelijk van het terrein worden de banden hard of zacht opgepompt. Voor het echte pure crosswerk worden de banden slechts opgepompt tot 2,5 - 3,5 ATM. Hierdoor lijkt het alsof je over een tapijt glijdt. Ligt de focus echter op asfalt (zoals ik ook mijn fiets voor woon/werk verkeer gebruik) dan kan je de banden gerust wat harder oppompen.

Banden met profiel op de crossfiets vs. racebanden zonder profiel
Ook de versnellingen zijn duidelijk verschillend. Op mijn racefiets heb ik vooraan een klassiek voorblad 52-39 gemonteerd. Achteraan heb ik geopteerd voor een 12-27. Hiermee heb ik steeds voldoende ruimte om op alle terreinen te kunnen fietsen. Mocht ik een nieuwe racefiets aanschaffen dan zou ik echter opteren voor de populaire compact met vooraan een blad van 50-34. De crossfiets is afgemonteerd met een voorblad van 46-36. Achtereen is een 12-25 gemonteerd. Een 25 achteraan is in regel het grootste tandwiel dat achteraan op een crossfiets wordt gemonteerd. Zijn de hellingen te steil om nog te fietsen dan wordt er meestal gelopen in wedstrijden. Voorlopig heb ik op de relatief vlakke veldtoertochten van de VWB in het Antwerpse absoluut geen behoefte aan de kleinere versnellingen alleen vraag ik mij af of ik, bijvoorbeeld in de Vlaamse Ardennen, genoeg bagage mee heb om steile hellingen te kunnen beklimmen. In dat opzicht wacht me op zondag 6 november een zeer mooie uitdaging...in Kampenhout wordt immers voor de zesde keer een uitdagende MTB-tocht georganiseerd door WTC Relst met in totaal 11 (!) pittige beklimmingen. Ik ben benieuwd of ik de uitdaging aankan...

Versnellingen crossfiets

Versnellingen racefiets

Op mijn crossfiets maak ik gebruik van het SPD (Shimano Pedaling Dynamics) pedaalsysteem. Bij dit systeem zit onderaan de fietsschoen een metalen plaatje dat in het pedaal vastklikt. Zo kan je niet alleen al duwend kracht uitoefenen, maar ook al trekkend, wat uiteraard een stuk efficiënter is. Op de racefiets gebruik ik het "tradtionele" kliksysteem. Bij zulke systemen zit er een blokje op de schoen gemonteerd. Met zulke schoenen is het haast onmogelijk om nog gewoon te stappen. Bij SPD zit het metalen plaatje eigenlijk in de zool zodat het oppervlak gelijk blijft, zo kan je nog gewoon stappen of met de auto rijden bijvoorbeeld, een stuk handiger.

SPD systeem en racefiets pedalen